Geboren in Amsterdam 7 februari 1928, overleden 3 februari 2010. Zweitse heeft de Rietveld academie gevolgd in Amsterdam. Daarna is hij vormgever voor de firma Goedewaagen te Gouda geworden. Met prachtige ontwerpen zoals het Maestro servies waarmee hij de vormgevingsprijs won in Milaan. In 1957 is hij hoofddocent van de keramiekafdeling geworden aan de academie ’s-Hertogenbosch. In deze functie werd hij door Nico Schuurmans, de wethouder van Sociale Zaken, gevraagd om advies te geven aan Pottenbakkerij Cor Unum ( één van hart) een keramische vakopleiding voor werkelozen en gehandicapten, opgericht in 1953. Zweitse Landsheer formuleerde een reorganisatievoorstel waarin hij een omslag naar een meer doelmatige bedrijfsvoering bepleitte. Naar aanleiding van zijn voorstel, werd Zweitse Landsheer vervolgens uitgenodigd de reorganisatie daadwerkelijk te begeleiden.
In 1959 kreeg hij de opdracht een semi-industrieel bedrijf voor gebruiksaardewerk op te zetten. De overstap naar een seriematige productie verliep in het begin moeizaam. Technieken moesten worden aangeleerd en aangepast aan de specifieke mogelijkheden van de medewerkers. Aangezien er in technisch opzicht aanvankelijk niet al te hoge eisen gesteld konden worden aan de werknemers, werd er bewust voor gekozen de serieproducten een ambachtelijk karakter te geven. Deze producten vielen bijzonder in de smaak, omdat er in de jaren ’60 sprake was van een ware nostalgie-rage. In reactie op een sterk verstedelijkte samenleving, wilde de consument zich omgeven met ambachtelijk uitziende producten. Daarin voorzag Cor Unum ruimschoots. Binnen een paar jaar groeide het personeelsbestand uit van 6 tot 70 werknemers.
Zweitse heeft 30 jaar lang Cor Unum geleid als artistiek leider, maar ook de vormgeving kwam uit zijn hand. Wat betreft het gebruiksaardewerk, werkte Zweitse Landsheer doorgaans binnen de traditie van de Nieuwe Zakelijkheid (het functionalisme). Hij was voorstander van sobere, ronde vormen en monochrome glazuren en de producten moesten gemakkelijk te produceren zijn, zodat de kosten relatief laag konden blijven. Ook liet hij zich beïnvloeden door Scandinavische puurheid. Hij was niet van de tierlantijnen en opsmuk. In de loop der jaren veranderde zijn vormgevingsprincipes en de vormgeving van het keramisch werk vanaf de jaren ’90 is dan ook ver verwijderd van het functionalisme, dat Zweitse als jonge ontwerper zo koesterde. Het zijn eerder postmodernistische vormverkenningen geworden waarmee hij knipoogt naar de organische vormgeving van de jaren ’50 en het constructivisme.
Nu nog steeds zijn er ontwerpen van Zweitse in de productie van Cor Unum. Waar Zweitse Landsheer in het verleden volstrekt gekant was tegen decoreren van gebruiksaardewerk, hanteerde hij in de laatste 25 jaar van zijn leven de kwast net zo gemakkelijk om zijn oude ontwerpen te beschilderen, maar ook om te schilderen. “Als ik schilder, ben ik in dialoog met mijn alter-ego. Als mens ben ik nooit hetzelfde, heb ik verschillende stemmingen en dat speelt door in mijn werk. Vaak werk ik uit mijn hoofd, altijd in mijn werkelijkheid”.